Vaarbewijzen: veilig plezier op het water

De liefde voor het water is er bij veel Nederlanders met de paplepel ingegoten. Kinderen leren op jonge leeftijd goed zwemmen en op een warme zomerdag is een uitje naar het strand heel populair. Gelukkig hebben we in Nederland veel water. Niet alleen om in te zwemmen, maar ook om in te varen, te suppen, te zeilen, en nog veel meer.

Voor veel mensen begint de liefde voor het varen recreatief. Ze huren samen met familie of vrienden een bootje om eens te ervaren hoe dat eigenlijk gaat. Lekker ontspannen op het glinsterende water met de zon op het gezicht en een koele bries op de achtergrond. Genieten van de rietlanden, de gezellige drukte op het water en de schoonheid van de natuur langs de kronkelende riviertjes. De meeste mensen vinden dit prachtig en genieten met volle teugen. Niet zelden ontstaat hier het idee voor een eigen boot. Maar een eigen boot brengt natuurlijk ook verantwoordelijkheid met zich mee. Wat mag wel en wat mag niet? Wanneer heb je een vaarbewijs nodig, en wat is eigenlijk de etiquette op het water?

Varen, wat mag altijd?

Je hebt geen vaarbewijs nodig op een boot die niet sneller kan varen dan 20 km per uur en niet langer is dan 15 meter. Deze richtlijn wordt heel strak gehanteerd. Vaar je toch sneller, of is de boot langer, dan moet je je vaarbewijs kunnen laten zien. Overigens is een vaarbewijs een heel goed idee als je van plan bent om regelmatig het water op te zoeken met je eigen boot. Vooral de gebruikelijke etiquette op het water is belangrijk. Ben je daarvan niet op de hoogte, dan is een vaarfout snel gemaakt.

Wanneer heb je eigenlijk een vaarbewijs nodig?

Zoals we hierboven hebben uitgelegd heb je een vaarbewijs nodig als je boot sneller vaart dan 20 kilometer per uur en langer is dan 15 meter. Je hebt ook een vaarbewijs nodig als je je boot bedrijfsmatig gebruikt voor het vervoer van goederen en/of personen.

Klein Vaarbewijs I

Dit vaarbewijs is heel geschikt voor mensen die het liefste recreatief bezig zijn en willen genieten op het water met een eigen boot. Met dit kleine Vaarbewijs I mag je met een boot varen op de meeste binnenwateren, de kleine meren, rivieren en de Gouwzee. Dit vaarbewijs is tegelijkertijd een internationaal certificaat voor binnenlandse wateren (ICC). De geldigheidsduur is onbeperkt, mits er geen medische bezwaren zijn.

Om een Klein Vaarbewijs I aan te kunnen vragen is het nodig dat je in ieder geval 18 jaar bent en het theorie-examen KVB1 met succes hebt afgelegd. Tijdens het KVB1 examen wordt je kennis getoetst en moet je kunnen aantonen dat je bekend bent met de wettelijke bepalingen voor het varen op kanalen, meren en rivieren. Ook doe je kennis op over het omgaan met bijzondere situaties en de verschillende omstandigheden op het water.

Klein Vaarbewijs II

Ben je in het bezit van dit vaarbewijs, dan mag je ook op de grotere ruime wateren meer dan 20 km per uur varen en groter zijn dan 15 meter. Dat is inclusief het Markermeer, het IJsselmeer, de Eems en de Ooster- en Westerschelde. Ook dit vaarbewijs, dat een mooie aanvulling is op Klein Vaarbewijs I, is een internationaal certificaat en heeft een onbeperkte geldigheidsduur.

Tijdens het theorie-examen moet je kunnen aantonen dat je kennis hebt van getijden en stromingen en dat je in staat bent om een kaart te lezen. Het is belangrijk dat je een vaartocht kunt inplannen en daarbij rekening houdt met de wind en de koers die je op je kompas ziet staan. Nu lijkt dit erg ingewikkeld, maar als je al in het bezit bent van Klein Vaarbewijs I is de stap voor Klein Vaarbewijs II niet meer zo groot.

Etiquette, wat iedereen op het water moet weten

De etiquette op het water is heel belangrijk en is ook de beste basis voor veel vaarplezier. Als eerste is het goed om te weten dat het heel gewoon is om elkaar te groeten op het water. Misschien voelt het wat onwennig, maar dit hoort er toch echt bij. Zwaai dus maar lekker enthousiast, laat weten dat je die ander hebt gezien en houd rekening met elkaar.

Een andere belangrijke ongeschreven regel is elkaar helpen als dat nodig is. Kijk dus nooit weg, maar bied altijd een helpende hand aan als je ziet dat een boot of schipper wel wat hulp kan gebruiken. Probeer altijd om een aanvaring te voorkomen, geef de beroepsvaart voorrang en laat boten die sneller zijn voorgaan.